Over DC2019

Het Federaal Planbureau (FPB) kreeg in 2014 een nieuwe opdracht: de doorrekening van prioritaire maatregelen van verkiezingsprogramma’s bij de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers. De context, de inhoud, het tijdschema, de verdiensten en de beperkingen van de doorrekening worden hier samengevat.

Nieuwe opdracht

De wet van 22 mei 2014 wees de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s als nieuwe wettelijke opdracht toe aan het Federaal Planbureau (FPB). Vervolgens werd deze wet aangepast door de wet van 30 juli 2018 om de uitvoering te concretiseren. De doorrekening wordt beperkt tot de partijen die zijn vertegenwoordigd in de Kamer van volksvertegenwoordigers; volgens de huidige samenstelling van de Kamer zijn dat er dertien. Zij worden wettelijk verplicht om aan de doorrekening deel te nemen. Bovendien preciseert de nieuwe wet dat elke partij een lijst met drie tot vijf prioriteiten voorlegt aan het FPB; elke prioriteit kan verschillende maatregelen omvatten.

Bereik van de maatregelen

De keuze van de prioriteiten en de maatregelen van de doorrekening wordt bepaald en beperkt door verschillende elementen.  Ten eerste definieert de wet de prioriteiten als beleidsvoorstellen van het verkiezingsprogramma die bij voorrang moeten worden gerealiseerd.  Vervolgens is die keuze ook gestuurd door de studiedomeinen van het Federaal Planbureau (FPB) en de modellen die voor deze oefening worden ingezet. Bepaalde thema’s, zoals internationaal beleid, gezondheidstoestand van de bevolking, onderwijs, veiligheid of ethische kwesties vallen niet binnen het traditionele analysedomein van het FPB. Tot slot legt de staatsstructuur haar logica op. De Franstalige partijen dienen zich te beperken tot maatregelen binnen de bevoegdheden van de federale overheid, de sociale zekerheid, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschap. De Vlaamse partijen kunnen maatregelen voorstellen die binnen de bevoegdheden vallen van de federale overheid, de sociale zekerheid, het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Twee fasen: raming van de budgettaire impuls en de impact van de maatregelen

Aan de partijen werd gevraagd om een raming te geven van de budgettaire impuls van elke maatregel. De budgettaire impuls is de positieve of negatieve impact op de overheidsfinanciën zonder terugverdieneffecten. De eerste taak van het Federaal Planbureau (FPB) bestaat erin die impulsen te vergelijken met zijn eigen ramingen.

In een tweede fase analyseert het FPB, met behulp van zijn modellen, de impact van de maatregelen op een reeks sleutelindicatoren, onder meer op de economische groei, de arbeidsmarkt, de overheidsfinanciën, de koopkracht van de verschillende inkomensgroepen, de mobiliteit en het elektriciteitssysteem. Concreet worden telkens twee scenario’s vergeleken: een referentiescenario, d.w.z. een scenario dat de voorgestelde maatregelen niet bevat, en een alternatief scenario dat de maatregelen wel bevat. De impact van de maatregelen op een indicator stemt overeen met het verschil tussen de resultaten van de twee scenario’s.

Tijdschema en vertrouwelijkheid 

De doorrekening wordt georganiseerd volgens een precieze wettelijke kalender: de partijen dienen ten laatste 115 dagen voor de verkiezingen hun maatregelen in bij het Federaal Planbureau (FPB), in dit geval op 31 januari 2019, en de resultaten worden 30 dagen voor de verkiezingen gepubliceerd, dus op 26 april 2019. In de tussentijd worden periodes van overleg gepland tussen de partijen en het FPB.

31 januari 2019 x - 115 dagen

De partijen bezorgen ten laatste op die datum de lijst met prioritaire maatregelen aan het FPB

12 maart 2019 x - 75 dagen

Het FPB levert aan de partijen een ontwerp van doorrekening van de impactanalyse

11 april 2019 x – 45 dagen

Sluitingsdatum voor de partijen om hun opmerkingen over het ontwerp van doorrekening te bezorgen aan het FPB

26 april x – 30 dagen

Publicatie van de resultaten van de doorrekening

26 mei

x

Verkiezingen

Bij een dergelijke oefening is vertrouwelijkheid geboden. Tijdens de volledige duur van de procedure blijven de gegevensuitwisselingen met betrekking tot de prioriteitenlijsten en de resultaten tussen de politieke partij en het FPB vertrouwelijk. 

Verdiensten en beperkingen

Door een onafhankelijke en geharmoniseerde analyse, objectiveert de doorrekening de resultaten en leidt ze tot een grotere transparantie. Hierdoor zal ze ongetwijfeld zorgen voor een meer realistisch beeld van de door de partijen geformuleerde voorstellen en zal ze weinig zinvolle discussies over de cijfers beperken, waardoor de nadruk in het verkiezingsdebat meer komt te liggen op politieke en maatschappelijke keuzes. Uiteindelijk zal de doorrekening de kiezer helpen om een meer bewuste en weloverwogen stem uit te brengen. 

De doorrekening stuit evenwel op beperkingen. De prioriteiten en de maatregelen van de partijen kunnen zeer verschillend zijn, waardoor de mogelijkheden van vergelijkingen tussen partijen beperkt worden. Bovendien moeten de voorgestelde maatregelen aansluiten bij de onderzoeksdomeinen van het Federaal Planbureau (FPB) en gebeurt de doorrekening hoofdzakelijk aan de hand van modellen, die steeds een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid zijn. Tot slot kan de impact van maatregelen die een ‘echte breuk met het verleden’ betekenen, bijgevolg niet correct worden geëvalueerd door het FPB, aangezien een degelijke analytische en empirische basis hiervoor ontbreekt. Dergelijke maatregelen worden dan ook niet in de doorrekening opgenomen.  

De doorrekening houdt in geen geval een waardeoordeel in en spreekt zich niet uit over de relevantie of de opportuniteit om de voorgestelde maatregelen uit te voeren. 

Voor meer details over de verschillende aspecten van de doorrekening, raadpleeg de startnota.